In de reeks ‘De dag van…’ duiken we in de wereld van medewerkers van de afdeling Forensisch en Gedrag van Levvel; van ambulant hulpverleners tot jeugdpsychiaters en onderzoekers. Hoe ziet hun dag eruit en wat drijft hen in hun werk?
In deze tweede editie maak je kennis met Yahia Azzouzi, teamleider bij de Intensieve Preventieve Aanpak (IPA). Het IPA-team biedt intensieve zorg voor jongeren (10 t/m 23 jaar) die dusdanig risicogedrag laten zien dat zij het risico lopen om de (permanente) aansluiting met school, werk, gezin en samenleving te verliezen. En daardoor dreigen af te glijden naar (zwaardere) criminaliteit.
Even voorstellen: Yahia Azzouzi
Yahia startte in 2006 bij Levvel en is nu teamleider bij IPA. “Het mooie van IPA is dat we er eigenlijk voor jeugdhulpverleners in de wijken zijn. Samen met hen kijken we hoe we de jongeren in de wijk het beste kunnen helpen, om de jongeren te behoeden voor het afglijden in de criminaliteit.’’
Hoe ziet een typische werkdag eruit?
‘’Ik werk in Amsterdam Centrum/Oost. Mijn werk begint eigenlijk met casusoverleggen. Daarin proberen we met alle hulpverleners de jongeren uit de wijk te matchen aan de juiste professionals. Daarnaast proberen we ook de hulpverleners in de wijk te koppelen aan andere hulpverleners als dat nodig is. Het gaat vaak om complexe vraagstukken. Samen met het team zorg ik ervoor dat we voor iedere jongere een passende aanpak kiezen, zodat iedereen de juiste hulp krijgt.”
Wat trekt je aan in het werken bij Levvel?
Yahia werkt al lang bij Levvel en hij is nog altijd erg enthousiast over zijn werk. “Het type werk en de doelgroep spreken mij heel erg aan. Ik wil wat voor deze jongeren betekenen. Daarnaast vind ik de werksfeer heel belangrijk. Levvel is een fijne organisatie. Een echte ‘mensen-organisatie’. De cultuur is niet koud en kil zoals dat bij sommige bedrijven is, maar warm-zakelijk,’’ zegt hij lachend. “En ik sta pal achter de missie en visie van het programma Jeugd & Veiligheid van Levvel: jongeren de kans blijven geven en een reikende hand bieden om recidive tegen te gaan.’’
Hoe begon je bij Levvel?
“Ik begon bij Nieuwe Perspectieven (onderdeel van Spirit, de voorganger van Levvel).” Door ziekte en revalidatie moest hij zijn loopbaan onderbreken: “Toen ik weer kon werken begon ik bij IFA en daarna kwam ik bij IPA te werken.’’
Je zegt dat je ziek werd, wat was er aan de hand?
“Het begon met hoofdpijn, overgeven en ’s nachts was ik mijn balans kwijt. De hoofdpijn werd echt te veel, op een gegeven moment kon ik er niet meer tegen.’’ Na diverse afspraken bij de huisarts en het ziekenhuis, gaat hij op een vrijdagavond weer naar de eerste hulp. “Ik voelde dat het echt niet goed zat.’’ In het ziekenhuis werd gelukkig een CT-scan gemaakt. “Toen bleek dat ik een tumor van zes centimeter achter mijn ogen had, die tegen mijn balansorgaan drukte, ik moest met spoed geopereerd worden.’’
Wat heftig… Maar gelukkig zit je hier weer gezond, hoe was het revalidatieproces?
“Dat ging met ups en downs, heel veel dingen worden van je afgepakt; het voetballen, kickboksen en het fitnessen. Ik was een heel sportief persoon en toen kon ik dat in één klap allemaal niet meer doen. Je wordt ook heel voorzichtig; ’misschien komt het wel weer terug’, denk je de hele tijd. Daar ga je dan ook naar leven. Tot ik op een gegeven moment een knop omzette en dacht: als het terugkomt, dan komt het maar terug, ik ga niet de hele tijd in die angst zitten.
Wat heb je meegenomen uit deze moeilijke tijd?
Yahia vertelt dat hij nu anders in het leven staat: ‘’Vandaag heb je, morgen heb je niet. Zo sta ik er nu in. Ik wil alles zo goed mogelijk doen. Niet alleen in het werk, maar ook thuis, of met vrienden. Het was een hele harde les, maar het heeft me geleerd om alles uit het leven te halen.’’
Mooi hoe je die tegenslag hebt omgezet in iets positiefs. Hoe werkt dat door in je werk?
“Ik ben eigenlijk met dit werk begonnen door de vrienden die ik om mij heen had. Ik ben opgegroeid in Amsterdam-Oost in de Indische Buurt, een achterstandswijk/krachtwijk waar ik opgroeide met jongens die veel potentie hadden, maar die het hebben verkloot. Zij waren verkeerd geïnformeerd, keken op naar de dealer op de hoek. Ze zijn nooit goed begeleid, hebben nooit de kans gekregen om ‘het goed te doen’ en hebben nooit een nieuw perspectief gekregen. Ze hebben bijvoorbeeld één keer een blikje gestolen en ze hebben dan een strafblad te pakken. Die jongens denken dan: ‘het is klaar, nu kan ik alleen geld verdienen met criminaliteit.’
Yahia kent die verleidingen ook uit zijn jeugd, maar koos daar niet voor. “Ik besefte al op jonge leeftijd dat ik dat niet moest doen, en daarbij hielden mijn vader en broer ook een oogje in het zeil.’’ Hij vertelt over de jongens die hij van vroeger kent: ‘’Negen van de tien jongens haalden makkelijk VWO-denkniveau, maar werden niet geaccepteerd door de maatschappij. Ze konden geen stageplek vinden, of gingen niet solliciteren omdat ze dachten dat niemand hun aan zou nemen op hun achternaam en zijn daarna toch de fout in gegaan. Dat heeft me uiteindelijk gebracht en gemotiveerd tot waar ik nu ben; ik wil jongens in diezelfde positie een reikende hand bieden.”
Als je kijkt naar wat er zich nu afspeelt in Amsterdam, wat moet er dan veranderen?
“We zien dat de jongeren steeds jonger in de criminaliteit terecht komen. Om daar wat aan te doen, moeten we nóg preventiever te werk gaan. We moeten al in groep 7 beginnen, bij kinderen van 9 tot 11 jaar. Daar een vinger aan de pols houden, want daar begint het.
Bijvoorbeeld een 9-jarige die zegt dat iemand een snitch (klikspaan) is. Daar beginnen jongeren al met ‘zwijgrecht’ en wordt de straatcultuur ingeprent. De jongens die zich daar profileren als bully (pestkop), dat worden de afpersers van later. Daarom zou je zulke jongens al goed moeten begeleiden. En we moeten die reikende hand blijven uitsteken naar jongens die de fout in zijn gegaan.’’
Hoe weet je wat er speelt onder jongeren?
“Ik vind het heel belangrijk om ook fysiek aanwezig te zijn in de wijk,” vertelt Yahia. “Dat is misschien wel 80% van het werk wanneer je met jongeren werkt. Je moet weten wat de hotspots zijn waar de jongeren uithangen, wie bij welke groep hoort en hoe een jongere reageert op de groep, maar de groep ook op hem. Je kan dat soort dingen alleen weten als je echt outreachend te werk gaat.”
Wat houdt dat ‘outreachend’ in voor jou?
‘’Ik zorg dat ik veel in de wijk ben in mijn rol als ‘IPA in de wijk-medewerker’. Ik ben vaak bij DOCK (buurthuis) waar ik aansluit bij (sport)activiteiten, met jongeren gamen of tafeltennissen. En ik zie de jongens op het plein. Dan praat ik met ze en bouwen we een band op waardoor ze ook met bepaalde hulpvragen bij mij komen. Vragen als: ‘ik heb een boete gekregen, hoe teken ik bezwaar aan’, of ’ik wil van school wisselen’. In dat laatste geval ga ik natuurlijk meekijken en luisteren waar dat dan aan ligt. De ene dag zit ik dus in allerlei overleggen, de andere dag ben ik in de wijk met de jongeren bezig.’’
Als afsluiter: waar ben je heel trots op in je werk?
Daar hoeft Yahia niet lang over na te denken: “Ik ben heel trots op het netwerk wat ik, samen met alle netwerkpartners, heb weten op te tuigen in Wittenburg. Dan heb ik het over een netwerk van straathoekwerkers, jongerenwerkers, verschillende coördinatoren voor (sport)activiteiten in de wijk, politie en straatcoaches. Dat hebben we met zijn allen neergezet en ook doorgezet. Voorheen was er concurrentie, nu werken we samen voor de jeugd.’’
Heeft het verhaal van Yahia jou geïnspireerd?
Wij zoeken nog leuke collega’s!